Liquidatiereserve uitkeren

Gepubliceerd op 4 mei 2024 om 15:38

Het fiscaal gunstig uitkeren van kapitaal uit een vennootschap is een veelbesproken onderwerp onder bedrijfsleiders. Het gebruik van de liquidatiereserve biedt daarbij een aantrekkelijk alternatief voor traditionele uitkeringsmethoden zoals bezoldiging of gewone dividenden, die zwaar belast worden. Hieronder volgt een overzicht van hoe de liquidatiereserve werkt en hoe je er maximaal van kunt profiteren.

Wat is een Liquidatiereserve?

Een liquidatiereserve functioneert als een interne spaarpot voor je vennootschap. Door winsten als liquidatiereserve te boeken in plaats van direct uit te keren als dividend, kun je uiteindelijk profiteren van een lager belastingtarief bij de uitkering.

Fiscale Behandeling van de Liquidatiereserve

  1. Bij de Aanleg:

    • Je betaalt de gebruikelijke vennootschapsbelasting.
    • Daarnaast betaal je een bijzondere aanslag van 10%.
  2. Bij de Uitkering:

    • Keer je de reserve uit na een wachttijd van 5 jaar, dan betaal je slechts 5% roerende voorheffing.
    • Keer je de reserve eerder uit, dan betaal je 20% roerende voorheffing. Let op: liquidatiereserves die uiterlijk in aanslagjaar 2017 zijn aangelegd en tijdens de wachttijd van 5 jaar worden uitgekeerd, worden belast aan 17% roerende voorheffing.

Wanneer mag je de Liquidatiereserve Uitkeren?

De eerste winst die je als liquidatiereserve kon boeken, was die van het aanslagjaar 2015 (inkomstenjaar 2014). Heb je voor dat jaar een reserve aangelegd, dan kan je die na 5 jaar uitkeren tegen het gunsttarief van 5%. Sinds 1 januari 2020 kan dit dus als jouw boekjaar overeenstemt met het kalenderjaar.

De wachttermijn van 5 jaar start op de eerste dag na het boekjaar. De laatste dag van het boekjaar, de zogenaamde balansdatum, bepaalt dus de start van de wachttermijn. Hieronder een overzicht voor aanslagjaar 2024:

  • Balansdatum 31 december 2023:

    • 20% roerende voorheffing: Toekenning dividend t.e.m. 31 december 2028
    • 5% roerende voorheffing: Toekenning dividend vanaf 1 januari 2029
    • Ontbinding/vereffening van de vennootschap: 0%, zelfs als je de vennootschap ontbindt tijdens de wachttermijn van 5 jaar
  • Balansdatum 31 maart 2024:

    • 20% roerende voorheffing: Toekenning dividend t.e.m. 31 maart 2029
    • 5% roerende voorheffing: Toekenning dividend vanaf 1 april 2029
    • Ontbinding/vereffening van de vennootschap: 0%, zelfs als je de vennootschap ontbindt tijdens de wachttermijn van 5 jaar
  • Balansdatum 30 juni 2024:

    • 20% roerende voorheffing: Toekenning dividend t.e.m. 30 juni 2029
    • 5% roerende voorheffing: Toekenning dividend vanaf 1 juli 2029
    • Ontbinding/vereffening van de vennootschap: 0%, zelfs als je de vennootschap ontbindt tijdens de wachttermijn van 5 jaar
  • Balansdatum 30 september 2024:

    • 20% roerende voorheffing: Toekenning dividend t.e.m. 30 september 2029
    • 5% roerende voorheffing: Toekenning dividend vanaf 1 oktober 2029
    • Ontbinding/vereffening van de vennootschap: 0%, zelfs als je de vennootschap ontbindt tijdens de wachttermijn van 5 jaar

Stemt het boekjaar van je vennootschap overeen met het kalenderjaar, dan mag je de liquidatiereserve voor 2023 uitkeren vanaf 1 januari 2029. Eindigt het boekjaar op 30 juni 2024, dan mag je de reserve pas uitkeren vanaf 1 juli 2029.

FIFO-methode

Indien je meerdere liquidatiereserves hebt aangelegd in jouw vennootschap, dan moet de uitkering verplicht gebeuren volgens de FIFO-methode (first in, first out).

Dubbele Uitkeringstest

Sinds 1 januari 2020 is de uitkering van het dividend onderworpen aan een dubbele uitkeringstest:

  • Balanstest: De uitkering mag niet tot gevolg hebben dat het netto-actief onder een minimumgrens daalt.
  • Liquiditeitstest: De vennootschap moet haar opeisbare schulden kunnen blijven betalen gedurende minstens 12 maanden volgend op de uitkering.

Beide testen zijn verplicht voor o.a. de besloten vennootschap (bv), maar niet voor de commanditaire vennootschap (CommV) en de vennootschap onder firma (vof).

Liquidatiereserves uitkeren aan 0%?

Dat kan, zelfs tijdens de wachttermijn van 5 jaar, maar dan moet je je vennootschap definitief stopzetten door deze te ontbinden en te vereffenen. Wees echter voorzichtig: als je je vennootschap ontbindt louter om de liquidatiereserves uit te keren, kunnen er fiscale gevolgen zijn.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.